1.2 Analyse resultaat
In het jaarverslag is bij de programmaonderdelen een verschillenanalyse opgenomen met daarin een toelichting op de afwijkingen (> € 0,1 mln.) ten opzichte van de begroting na wijziging. Alle afwijkingen tezamen vormen het resultaat na bestemming van de jaarrekening 2022 en bedraagt totaal € 12,6 mln. In onderstaande tabel zijn de verschillen per programmaonderdeel opgenomen.
Tabel 1.2: Verschillen per programmaonderdeel
Programmaonderdeel | Verschil | Waarvan | effect op |
---|---|---|---|
Reserves | Rekening- | ||
1.1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en landschap | 1.069 | 733 | 336 |
1.2 Water | 82 | 30 | 52 |
2.1 Landbouw & visserij | 2 | 6 | -4 |
2.2 Natuur en landelijk gebied | 4.094 | 3.894 | 200 |
3.1 Economische ontwikkeling | 1.084 | 1.084 | 0 |
3.2 Gebiedsopgaven | 4.275 | 4.284 | -9 |
4.1 Recreatie en toerisme | 69 | 0 | 69 |
4.2 Cultuur en erfgoed | 1.246 | 200 | 1.046 |
4.3 Krachtige samenleving | 255 | 153 | 102 |
5.1 Regionale energiestrategie | 739 | 855 | -116 |
5.2 Duurzaamheid & circulaire economie | 107 | 0 | 107 |
5.3 Milieu: lucht, bodem, geluid | 322 | 111 | 211 |
5.4 Klimaatakkoord | 0 | 0 | 0 |
6.1 Openbaar vervoer | 561 | 561 | 0 |
6.2 Ontwikkeling en innovatie mobiliteit | 920 | 920 | 0 |
6.3 Infrastructuur | 769 | -56 | 825 |
7.1 Bestuur | 2.964 | 128 | 2.836 |
7.2 Provinciale Staten | 409 | 170 | 239 |
7.3 Algemene dekkingsmiddelen en stelposten | 6.013 | 55 | 5.958 |
7.4 Bedrijfsvoering | 2.284 | 1.581 | 702 |
7.5 Reserves | 0 | 0 | 0 |
Eindsaldo | 27.264 | 14.709 | 12.554 |
x € 1.000 |
Toelichting op verschillen
De belangrijkste oorzaken (effect op rekeningsaldo > € 0,25 mln.) worden hieronder kort toegelicht. Voor een toelichting op de overige verschillen wordt verwezen naar de desbetreffende programmaonderdelen.
1.1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en landschap: voordelig saldo € 0,3 mln.
Dit voordelig saldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:
- Agenda IJsselmeergebied 2050 (€ 0,08 mln.): Ieder jaar draagt de provincie € 0,05 mln. bij aan de 'Agenda IJsselmeergebied'. In 2022 is de jaarbijdrage niet besteed, vanwege de organisatorische samenvoeging met het 'Deltaprogramma IJsselmeergebied'. In 2023 zal de bijdrage voor 2022 en 2023 worden benut voor diverse projecten volgend uit de 'Agenda IJsselmeergebied'.
- Lelystad Next Level (€ 0,11 mln.): Door het in 2022 achterblijven van activiteiten zijn pas in het laatste kwartaal van 2022 de eerste bijdragen geleverd aan proceskosten. De verwachting is dat vanaf 2023 een volledig beroep zal worden gedaan op beschikbare proceskosten.
4.2 Cultuur en erfgoed: voordelig saldo € 1,1 mln.
Dit voordelig saldo wordt hoofdzakelijk als volgt verklaard:
- Speerpunt landschapskunst (€ 0,11 mln.): In de Najaarsnota 2020 is € 0,2 mln. beschikbaar gesteld voor de restauratie van het kunstwerk de Tong. In 2021 zijn onderzoeken uitgevoerd ter voorbereiding op de restauratie, waarna de daadwerkelijke restauratie heeft plaatsgevonden in 2022. Eind 2022 is op het budget nog € 0,1 mln. over, waarvan in 2023 nog kosten gemaakt moeten worden voor de laatste restauratiewerkzaamheden, transport, herplaatsing, nametingen, evaluatie en mogelijk aanpassingen aan het beeld ten aanzien van stormbestendigheid.
- Coronamaatregelen (€ 0,14 mln.): Eén onderdeel van het 'COVID-19 steunpakket Cultuur' is de cofinancieringsregeling voor (film)theaters, musea en poppodia. Hiervoor zijn in 2022 geen aanvragen ontvangen, waardoor de beschikbare middelen niet zijn uitgegeven.
- Kwaliteitsborging Erfgoed in de regio: (€ 0,2 mln.): In 2021 is het traject 'Interbestuurlijke Samenwerking Erfgoed' van start gegaan om met de gemeenten en het waterschap te komen tot afspraken rondom kwaliteitsborging erfgoed in de regio. Verschillende opties voor meer kennis en kunde in de regio hebben de revue gepasseerd, maar het proces is in 2022 vertraagd vanwege de gemeentelijke verkiezingen. Het traject heeft geresulteerd in een voorstel om gezamenlijk een regio-archeoloog in dienst nemen, die enerzijds de gemeenten ondersteunt en anderzijds de steunpunttaken archeologie vervult. Begin 2023 wordt over het actuele voorstel een bestuurlijke beslissing verwacht.
- Afwikkelingsverschil Batavialand (€ 0,5 mln.): Het positieve afwikkelingsverschil is ontstaan doordat in 2022 twee subsidies aan Batavialand over eerdere boekjaren lager zijn vastgesteld. Beide subsidies zijn in de voorgaande jaren volledig als last verantwoord in de provinciale jaarrekening. Het voordeel dat nu is ontstaan komt ten gunste van het rekeningsaldo.
6.3 Infrastructuur: voordelig saldo € 0,8 mln.
De onderschrijding op de lasten van € 0,7 mln. wordt hoofdzakelijk als volgt verklaard:
- Groenvoorziening (€ 0,41 mln.): De grootste onderschrijding binnen het jaarlijks onderhoud heeft betrekking op groenvoorziening. De onderschrijding voor groenvoorziening van € 0,41 mln., met name met betrekking op beplanting, heeft voornamelijk als hoofdoorzaak dat de aannemers door middel van personeelstekorten de werkzaamheden niet volledig hebben kunnen uitvoeren. Een groot gedeelte van deze achterstand zal worden uitgevoerd in 2023.
- Dienstauto’s (€ 0,13 mln.): De onderschrijding van de dienstauto’s is het gevolg van elektrificeren van het wagenpark (twaalf auto’s). Deze investering in duurzaamheid heeft geleid tot een onderschrijding van € 0,13 mln. als gevolg van besparing op fossiele brandstoffen.
- Indexering (€ 0,09 mln.): Bij de zomernota in 2022 is voor jaarlijks onderhoud een bedrag toegekend van € 0,43 mln. voor extreme prijsstijgingen, met name als gevolg van de oorlog in de Oekraïne. De werkelijke indexatie in 2022 kwam uit op € 0,34 mln., hetgeen € 0,09 mln. lager was dan het toegekende budget van € 0,43 mln.
De overschrijding van € 0,1 mln. is gelegen in schade-uitkeringen. De schade-uitkeringen zijn afhankelijk van gehonoreerde schadeclaims. Dit bedrag valt niet goed te voorspellen. In sommige gevallen is ook het schadejaar en het uitkeringsjaar niet gelijk aan elkaar.
7.1 Bestuur: voordelig saldo € 2,8 mln.
Dit voordelig saldo wordt voornamelijk veroorzaakt door:
- Openbare orde en ondermijning (€ 0,4 mln.): Als gevolg van corona en de opvang en noodhulp van en aan vluchtelingen uit de Oekraïne, wat binnen dezelfde discipline als ondermijning wordt uitgevoerd binnen de gemeenten, is minder dan geraamd uitgegeven voor de ondersteuning bij ondermijning via de gemeenten. Vanaf december 2022 is er binnen de provincie extra capaciteit beschikbaar voor ondermijning.
- Voorziening 'APPA' (€ 2,2 mln.): Jaarlijks wordt op balansdatum bepaald in hoeverre een storting of vrijval aan de voorziening 'APPA' (pensioenen (oud) GS-leden) gedaan dient te worden om de toekomstige verplichtingen te kunnen dekken. Een externe pensioenuitvoerder stelt op basis van actuariële berekeningen vast in hoeverre een storting of vrijval noodzakelijk is. Er bleek ruim € 1,8 mln. te kunnen vrijvallen waar ruim € 0,3 mln. als storting geraamd was. Dit is een financieel gevolg van de wijziging van onder andere de rekenrente, welke fors hoger is dan de jaren hiervoor als gevolg van de hogere inflatie.
- Bestuurlijke vernieuwing (€ 0,15 mln.): Mede vanwege corona zijn de GS-representatie kosten flink lager dan in 2020 en daarvoor. Veel zaken worden digitaal of anders gedaan dan voorheen, waardoor bijvoorbeeld reis- en verblijfkosten lager zijn. Het is lastig in te schatten hoe deze kosten zich ontwikkelen de komende jaren .
7.3 Algemene dekkingsmiddelen en stelposten: voordelig saldo € 6,0 mln.
Dit voordelig saldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:
- Onvoorziene uitgaven (€ 0,14 mln.): Jaarlijks is in de begroting een bedrag geraamd voor onvoorziene uitgaven. Hiervan is in 2022 geen gebruik gemaakt.
- Loon- en prijsontwikkeling (€ 2,2 mln.): Jaarlijks is in de begroting een bedrag geraamd voor de Loon- en prijsontwikkeling op basis van de verwachtingen van het Centraal Planbureau. Hiervan is in 2022 geen gebruikt gemaakt.
- Nieuw beleid (€ 0,99 mln.): Dit budget was beschikbaar voor nieuwe initiatieven. Daarbinnen waren enkele oormerken opgenomen voor specifieke onderwerpen die nog nadere uitwerking of besluitvorming behoefden. Het beschikbare budget is niet volledig ingezet.
- Stelpost 'Onzekerheden' (€ 0,8 mln.): Deze stelpost was met name bedoeld als risicobuffer voor tegenvallende opbrengsten uit de opcenten op de motorrijtuigenbelasting bij toenemende elektrificering van het voertuigenbestand. Dit risico is ook opgetreden, waardoor de inkomsten uit opcenten MRB € 0,21 mln. zijn achtergebleven bij de raming. Omdat de werkelijke omvang pas aan het einde van het jaar blijkt, is hiervoor geen begrotingswijziging meer gemaakt.
- Opcenten MRB (-/- € 0,2 mln.): Door mutaties in omvang en samenstelling van het wagenpark (waaronder de toegenomen elektrificering) is de uiteindelijke opbrengst over 2022 circa € 0,2 mln. lager dan was geraamd (een relatieve afwijking van 0,38%). Dit is het gevolg van een daling van het aantal belastbare voertuigen.
- Provinciefondsuitkering (€ 1,2 mln.): De geraamde provinciefondsuitkering is voor het laatst bijgesteld bij de Slotwijziging 2022 en was gebaseerd op de septembercirculaire 2022. Nadien is de decembercirculaire 2022 verschenen. De effecten van deze circulaires zijn niet meer in de begrotingsraming verwerkt. Uiteindelijk is de uitkering circa € 1,2 mln. hoger uitgevallen dan de raming.
- Rentebaten (€ 0,2 mln.): Dit betreft voornamelijk de ontvangen rente op schatkistbankieren. Bij het opstellen van de begroting was het rentetarief nog nihil.
7.4 Bedrijfsvoering: voordelig saldo € 0,7 mln.
Het voordelig rekeningsaldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:
- Salarislasten (€ 0,14 mln.): Niet (direct) ingevulde vacatures en lagere lasten inhuur.
- Hogere lasten WW mede door vrijval voorziening (-/- € 0,1 mln.): Op balansdatum heeft provincie Flevoland niet langer langlopende verplichtingen in het kader van de WW. De verplichtingen die er waren kunnen vrijvallen als het gevolg van het feit dat de mensen voor wie deze verplichting gold of een nieuwe dienstbetrekking hebben gevonden of met vervroegd pensioen zijn gegaan. Ieder jaar zal de provincie op balansdatum nagaan of er sprake is van meerjarige verplichtingen die in de vorm van een voorziening op de balans moeten worden opgenomen.
- Hogere lasten werving en selectie: (-/- € 0,1 mln.): De arbeidsmarkt bleef net als in 2022 relatief krap, waardoor er extra geld is uitgegeven aan werving en selectie om geschikte kandidaten voor diverse functies te kunnen vinden.
- Lagere facilitaire lasten (€ 0,2 mln.): Binnen de facilitaire begroting is op een aantal posten een klein bedrag dat resteert. Dit telt in totaal op tot € 0,2 mln., oftewel iets minder dan 4% van de facilitaire begroting.
- Salarisvergoeding van derden (€ 0,26 mln.): De inkomsten vanuit detacheringen waren € 0,15 mln. hoger dan geraamd. Daarnaast heeft de doorbelasting van salarissen aan de Randstedelijke Rekenkamer € 0,1 mln. meer opgebracht dan geraamd.
Voor een nadere toelichting op de bedrijfsvoeringsactiviteiten wordt verwezen naar onderdeel II Programmaverantwoording, paragraaf 7.4 Bedrijfsvoering.