Onder lokale lastendruk wordt verstaan hoe de tarieven van de provinciale belastingen en heffingen zich verhouden tot de tarieven in de andere provincies. Voor de opcenten MRB is de situatie in 2022 weergegeven in onderstaande tabel 1.2.
Tabel 1.2: Provinciale opcenten MRB
Provincie | 2022 |
---|---|
Groningen | 94,5 |
Drenthe | 92,0 |
Zuid Holland | 91,8 |
Gelderland | 90,6 |
Friesland | 87,0 |
Zeeland | 82,3 |
Flevoland | 82,2 |
Overijssel | 79,9 |
Noord Brabant | 79,6 |
Limburg | 79,1 |
Utrecht | 77,5 |
Noord Holland | 67,9 |
Gemiddeld | 83,7 |
Van laag naar hoog gerangschikt nam provincie Flevoland in 2022 de zevende plaats in voor wat betreft het tarief van de opcenten MRB. In 2022 bedroeg het landelijke gemiddelde tarief 83,7 opcenten.
Voor de grondwaterheffing lopen de tarieven tussen de provincies uiteen van € 0,50 per 100 m³ tot € 3,24 per 100 m³. Het tarief in provincie Flevoland bedraagt per 1 januari 2022 € 1,41 per 100 m³, waarmee provincie Flevoland van laag naar hoog gerangschikt de zesde plaats inneemt. De hoogte van de uiteindelijk opgelegde heffing is niet alleen afhankelijk van de hoogte van het tarief, maar ook van een mogelijk minimumbedrag en vrijstellingen. In provincie Flevoland is geen minimumbedrag vastgesteld en zijn onttrekkingen kleiner dan 20.000 m³ grondwater vrijgesteld van de provinciale grondwaterheffing.
Voor interprovinciale vergelijking zijn alleen de opcenten MRB en de grondwaterheffing relevant vanwege de omvang en/of de hoogte van de heffing. De activiteiten waarvoor leges worden gevraagd (zoals toezending provinciale documenten) verschillen tussen de provincies, waardoor vergelijking niet goed mogelijk is. Gelet op het specifieke karakter van de nazorgheffing is een vergelijking met andere provincies evenmin zinvol.